Wat is de betekenis van vies?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vies

vies - Bijvoeglijk naamwoord 1. smerig Mijn kunstgras is vies. Synoniemen goor

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vies

vies - bijvoeglijk naamwoord 1. met een onaangename smaak ♢ deze koffie smaakt vies 2. met stof of modder of iets anders besmeurd ♢ de badkamer is erg vies 3. wat weerzin uitd...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

vies

(bn) intelligent WB.

2024-04-26
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

vies

gemeen, naar, boos, streng. Mijn moeder doet vies als ik te laat thuiskom. Da’s een vieze (van leraar/lerares: die is streng, gemeen).

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vies

(bn. en bw.) in België ook: slechtgehumeurd, misnoegd. - vies gezind zijn, slechtgehumeurd zijn, uit zijn humeur zijn, in een slechte bui zijn. Tuan, de mannetjes-orang-oetan, heeft deze week stevig van zich laten horen. Onder het uiten van viriel gebrul brak hij een tak af en viel er de ruit mee aan. Hij stal ook eten van zijn vrouwen...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vies

1. Van pers.: misnoegd, slecht geluimd, uit zijn humeur; vies (gezind) zijn, slecht gehumeurd, uit zijn hum(eur) zijn; in zijn vieze zijn, uit zijn humeur zijn enz. Wij kennen het verhaaltje van de kat die in de staart geknepen wordt door Jantje, omdat hij kwaad was door een onverdiende oorveeg van moeder, die geprikkeld was door de b...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

vies

bn., bw., (ook:) gemeen, ‘vuil’. Nu de slaven wisten welk een vies spel de basya ( ) met hen gespeeld had, waakten ( ) ze, maar ze konden er niets meer aandoen (Jong Loy 46). Het begint te regenen van de vieze uitlatingen, terwijl er op de vingers gefloten wordt (Vianen 1971: 44). - Etym.: In N alleen in gemeenz. taal.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vies

naar; boos, ergerlik; walglik; vuil (grappe), gevies, vies maak of word.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vies

adj., fiis, smoarch; een vieze liederlijke vent, in goare fint.