Synoniemen zoeken
Synoniem van verzaken
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Verzaken
Iemand of iets ver¬werpen, de betrekking met een persoon verbreken of ontkennen. Afzweren, d. i. onder eede verwerpen, zegt men b.v. van het plechtig laten varen van van een kerkgeloof, dat de geestelijke behoeften niet meer bevredigt, of van het bij beëedigd besluit de gehoorzaamheid opzeggen aan een vorst. De Nederlanders hebben Filips II afgezworen. Luther heeft den Roomsch- Katholieken godsdienst afgezworen. Verloochenen en verzaken, de betrekking tot iemand loochenen of ontkennen, slaan daarentegen op een afval, die b.v. uit ontrouw of onverschilligheid voortspruit. Men verloochent zijne be¬ginselen. Petrus verloochende den Heer. Men verzaakt zijne vrienden, zijn geloof. Troef verzaken beteekent geen troef bijspelen, terwijl men ze heeft. In de uitdrukking ,,zijne ondeugden verzaken”, heeft verzaken geen hatelijke beteekenis even min als in de formule: verzaakt gij den duivel, etc.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
verzaken
verzaken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-za-ken
1. niet nakomen, er ontrouw aan worden
♢ je hebt de rommel niet opgeruimd en daarmee je plicht verzaakt
1. de duivel verzaken
[niet langer doen wat die wil]
2. je zonden verzaken
[niet meer zondigen]
Regelmatig werkwoord: ver-za-ken
ik verzaak
jij/u verzaakt
hij/zij verzaakt
wij/zij/jullie verzaken
ik/jij/u/hij/zij verzaakte
wij/zij/jullie verzaakten
hij heeft verzaakt
de/het/een verzaakte ....
verzakend, verzakende