verwilderd
verwilderd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verwilderen
Nederlands woordenboek voor onderwijs
verwilderd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-wil-derd 1. als in de vrije natuur ♢ de tuin van oma is inmiddels helemaal verwilderd 2. in het wild opgegroeid ♢ de verwilderde kat blies agres...
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-er, -st), 1. weder wild, woest geworden: een verwilderde tuin, hond-; dit als sierplant gekweekte gewas komt verwilderd ook in de natuur voor; 2. in het wild opgegroeid, tuchteloos: verwilderde kinderen; 3. geheel uit zijn fatsoen of van streek gebracht: er verwilderd uit zien ; met verwilderde haren : verwil...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
VERWILDERD - bn. (-er, -st), wild, woest geworden (van land enz.): een verwilderde tuin; —, bn. bw. (lig.) woest, losbandig : verwilderde kinderen; er verwilderd uitzien; met verwilderde haren. VERWILDERDHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten