Wat is de betekenis van vertreden?

vertreden - Werkwoord 1. (refl) zich ~: (formeel) een stukje lopen, een klein wandelingetje maken vertreden - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van vertreden Woordherkomst voltooid deelwoord van vertreden

vertreden - Het reizen te voet in gematigd tempo, zich met stappen voortbewegend, waarbij de voeten om beurten worden verplaatst zodat er zich altijd één voet op de grond bevindt bij tweevoetige voortbeweging en twee of meerdere voeten bij viervoetige voortbeweging.

v., fortraepje, fortrêdzje; zich —, jin fortraepje, fortrêdzje.

(vertrad, heeft vertreden), 1. vertrappen : het gras ivas vertreden ; — (fig.) onderdrukken, kwellen: zij onderdrukten en vertraden de kinderen Israels (Richt. 10:8); iem. in ’t stof vertreden ; — iemands goede naam vertreden, door het slijk halen ; 2. de voeten verplaatsen ; — bijna altijd weder...

vertrad, h. vertreden (onder de voet treden): fig. zijn geluk vertreden; zegsw. ik ga mij eens vertreden, al wandelend mij ontspannen.

(vər'tre:dən) (vertrad, heeft vertreden) I. 1. vertrappen. 2. als nietswaardig beschouwen ; zijn geluk -. II. z i c h - 1. zich beweging geven : ik ga mij wat 2. zich tredend bezeren.

(vertrad, heeft vertreden), 1. (litt.) vertrappen (in alle bet.); 2. de voeten verplaatsen; bijna altijd wederk.: ik ga mij wat vertreden, wat lopen, een kleine wandeling maken.

...

VERTREDEN - (vertrad, heeft vertreden), vertrappen : zijn geluk vertreden ; iem. in 't stof vertreden; onderdrukken: iemands goeden naam vertreden, belasteren, door het slijk halen ; — tredende bezeeren: den voet vertreden, verstuiken, ontwrichten; ik ga mij wat vertreden, eene kleine wandeling doen, inz. na eene lange rust, na lang geze...