verstrikken
verstrikken - Werkwoord 1. (ov) in een strik vangen 2. (ov) (figuurlijk) verwarren, verwikkelen Woordherkomst afgeleid van strikken met het voorvoegsel ver-
Wiktionary (2019)
verstrikken - Werkwoord 1. (ov) in een strik vangen 2. (ov) (figuurlijk) verwarren, verwikkelen Woordherkomst afgeleid van strikken met het voorvoegsel ver-
Van Dale Uitgevers (1950)
(verstrikte, heeft verstrikt), 1. anders strikken : een lint, een band verstrikken ; 2. in een strik of strikken vangen, verschalken ; meest oneig.: in iemands netten verstrikt raken ; gij zijt verstrikt met de redenen uws monds (Spr. 0:2); zich laten verstrikken, zich laten vangen ; in iets verstrikt raken, er i...
M. J. Koenen's (1937)
verstrikte, h. verstrikt (in strikken vangen inz. fig.): iem. in zijn eigen woorden verstrikken, vangen; refl. zich verstrikken (in zijn eigen woorden).
Jozef Verschueren (1930)
(vər'strikkən) (verstrikte, heeft verstrikt) 1. opnieuw strikken. 2. anders strikken : een das -. 3. met strikken omleggen. 4. verbinden. 5. lokken. 6. vangen : iemand in zijn eigen woorden -. 7. zich -, zich in ongelegenheid brengen ; zich door verkeerde antwoorden -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(verstrikte, heeft verstrikt), in een strik of strikken vangen, verschalken; (fig.) in iemands netten verstrikt raken, erin vastlopen: zich in zijn eigen woorden verstrikken, zich vastpraten.
J.H. van Dale (1898)
VERSTRIKKEN - (verstrikte, heeft verstrikt), overstrikken, anders strikken : een lint, een band verstrikken ; — met strikken omleggen ; — verbinden ; lokken; iem. in eene hinderlaag verstrikken, hem verraderlijk omringen; verschalken, beetnemen : zich laten verstrikken; in vragen verstrikken, verlegen maken; zich verstrikken, zich (doo...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: