Wat is de betekenis van VERHARD?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verhard

verhard - Bijvoeglijk naamwoord 1. bedekt met een hardere laag Asfalt en beton worden gebruikt om verharde wegen aan te leggen. verhard - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verharden ♢ Ik verhard 2. gebiedende wi...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verhard

verhard - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-hard 1. met harde bovenlaag (asfalt) ♢ die zandweg is sinds kort een verharde weg Bijvoeglijk naamwoord: ver-hard de/het verharde ... Tegenstellingen onve...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

verhard

hard word of maak; koppig hou; hard gemaak; koppig; ongevoelig.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verhard

bn. (-er, -st), 1. hard gemaakt: verharde wegen ; 2. hard geworden, b.v. door stolling ; — vereelt: verharde pezen, handen; 3. (fig.) ongevoelig geworden, verstokt: in het kwaad, in de ondeugd verhard ; een verharde booswicht; een verhard geweten.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verhard

bn. (1 hard[er] gemaakt; 2 fig. ongevoelig): 1 een verharde weg, b.v. een grindweg; 2 een verhard gemoed, verstokt, wreed; verhard zijn in ’t kwaad, verstokt.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verhard

(vər'hard) bn. en bw. (-er, -st) 1. hard gemaakt, geworden : een -e weg; -e handen. 2. ongevoelig : een gemoed, geweten. 3. verstokt : in ’t kwaad. Syn. hardnekkig.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verhard

bn. (-er, -st), 1. hard gemaakt: verharde wegen; 2. hard(er) geworden; 3. (fig.) ongevoelig geworden, verstokt.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERHARD

VERHARD - bn. (-er, -st), hard geworden, vereelt: verharde pezen, handen; — ( ongevoelig, onaangedaan, wreed; in het kwaad, in de ondeugd verhard; een verharde booswicht, een verhard geweten. VERHARDHEID, (fig.) verstoktheid, hardnekkigheid.