Wat is de betekenis van velo?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

velo

velo - Zelfstandignaamwoord 1. (vlaams) (informeel) fiets

2024-04-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Velo

Velo is onder personeel van de luchtmacht in Belgisch Limburg gebruikt voor de 'laatste borrel of pint'. Velo is een acroniem of letterwoord, dat is samengesteld uit de beginletters van de woorden: Very Extreme Last One. Het gaat hier dus om de aller-, maar dan ook de allerlaatste versnapering. Elders wordt dit drankje wel toegift of uitsmijtertje...

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

velo

fiets Ik trainde die winter minder en Eddy vond het vreemd. 'Ge zit gij niet meer op uwe velo?' Toch wel, zei ik, ik heb een speciaal, geheim toestel van de ploeg boven en daar train ik op om een betere tijdrijder te worden. (De Morgen) Naar het Franse voorbeeld 'vélo' afgekort uit 'vélocip&egr...

2024-04-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

velo

velo: koersfiets (Vlaams), racefiets (Nederlands). Le velo de Ghislain Lambert (2001) is de beste artfilm die ooit gemaakt werd over het wielrennen. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Wallonie in de jaren zeventig, de era van Eddy Merckx, en is een gortdroge tragikomedie over een geboren verliezer - gespeeld door Benoit Poelvoorde - die het...

2024-04-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

velo

In Vlaanderen gebruikt voor fiets. Afgeleid van het Franse ‘vélocipède’. Op een vreemde ‘vélo’ waagde Lambrichs wederom een weglooppoging. (Sport in beeld. Revue der Sporten, 24/07/1939) Rik is vanochtend zonder het volle vertrouwen aan het départ vertrokken. Hij wist dat hij de ploeg niet honderd procent in handen had. Ik heb het u toch gezegd, N...

2024-04-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

velo

(de; -’s) Belg.N., spreektaal - fiets verkorting van Fr. vélocip`ede

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

velo

(de, -'s) fiets. De fragmenten omvatten roddels uit het coiffeursalon of vertellen over de opkomst van de wasserette in Gent, de feeststemming op een zilveren bruiloft in Hasselt of de eerste velo uit Vlissegem. - LN, 26-10-2002.

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

velo

M.n. in de spreekt, het gewone woord voor: fiets, (ambt. t.) rijwiel. Tamboer kende de omstreken van Diest zo min of meer, hij was langs daar eens per velo geweest en te Scherpenheuvel was zijn band gesprongen, CLAES 1960, 75. Eerst een driewielerke en toen een trottinet en toen een klein veloke en toen een groot veloke en verleden jaar een bromfi...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Vélo

fiets.