Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

velo

betekenis & definitie

In Vlaanderen gebruikt voor fiets. Afgeleid van het Franse ‘vélocipède’.

Op een vreemde ‘vélo’ waagde Lambrichs wederom een weglooppoging. (Sport in beeld. Revue der Sporten, 24/07/1939)

Rik is vanochtend zonder het volle vertrouwen aan het départ vertrokken. Hij wist dat hij de ploeg niet honderd procent in handen had. Ik heb het u toch gezegd, Norbert, dat Rik doodnerveus op zijn vélo zat? (Stef Vancaeneghem: Zonde van Nini. 1987)