vedelen
(16e eeuw) (Barg.) copuleren; neuken. Letterlijk: op de vedel (een soort strijkinstrument dat aan de basis lag van de viool) spelen. Het WNT citeert o.a. “Den Handel der Amoureusheyt (1621) en een 17de eeuwse klucht (J. Burghoorn: Lluchth. Snorrepijpen. 1644). Merk op dat 'vedel' en 'viool' metaforen zijn voor het vrouwelijk geslachtsorgaan....