vaccineren
vaccineren - Werkwoord 1. (ov) een injectie met een vaccin geven ♢ De gezondheidsdienst vaccineert kinderen tegen meningokokken. Woordherkomst Naamwoord van handeling van het Franse vacciner (met het achtervoegsel -eren) Afgeleid van vaccin met het achtervoegsel -eren. Synonieme...