vaccin
...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), o. (-s), praeparaat bereid uit levende (verzwakte) of dode bacteriën waarmee tegen een bepaalde ziekte wordt ingeënt: een vaccin tegen tuberculose.
Wiktionary (2019)
vaccin - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) uit verzwakte ziekteverwekkers bestaande entstof om afweer op te bouwen Synoniemen vaccine
Muiswerk Educatief (2017)
vaccin - zelfstandig naamwoord uitspraak: vac-cin 1. vloeistof waarmee je wordt ingeënt om te voorkomen dat je ziek wordt ♢ er is nog geen goed vaccin tegen malaria gevonden Zelfstandig naamwoord: vac-cin het vaccin...
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Vloeistof die de dokter in je lichaam spuit zodat je daarna de infectieziekte waartegen dat vaccin gericht is niet meer kunt krijgen (uitspraak: vak-SÈ). De vaccinvloeistof die wordt ingespoten, bestaat uit een mengsel van gedode of verzwakte bacteriën of virussen of van onderdelen daarvan. Kijk ook bij vaccinatie, dktp-vaccin, bmrw-vaccin, HPV-v...
Genootschap Onze Taal (2001)
Op welk woord gaat vaccin terug? a op het Latijnse vacca (‘koe’) b op het Latijnse vacuus (‘onbeschermd’) c op het Oudfranse vacille (‘veranderlijk’).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr., van Lat. vaccinus = v. koeien, van vacca = koe] entstof waarmee door inspuiting het organisme immuun wordt gemaakt voor bep. infectieziekten; bestaande uit gedood of levend virus, dode of afgezwakte bacteriën, of afscheidingsprodukten van bacteriën.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: