vaartje
...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. vadertje; (spr.) hij {het) heeft, is een aardje naar zijn vaartje, het kind aardt naar zijn vader; 2. (ouderw.) ronde bout met schroefdraad, passend in een moer met inwendige draad.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
vaartje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vaar
Marc de Coster (1998)
iemand een - flikken Bargoense uitdr. (oorspr. en vooral gebruikt in Rotter-dam) voor ‘iemand bedriegen’. Vaart heeft in het Bargoens meerdere bet., o.a. ‘avontuur; iets dat geheim moet blijven, dat niet in de haak is; praatje; ding, zaak’.
M. J. Koenen's (1937)
o. vaartjes (vadertje): zegsw. hij heeft een aardje naar zijn vaartje, de jongen lijkt in 't goede, inz. in 't slechte, op zijn vader.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), vadertje; (spr.) hij heeft een aardje naar zijn vaartje, hij heeft de (m.n. slechte) eigenschappen van zijn vader.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: