Wat is de betekenis van Vaartje?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vaartje

o. (-s), 1. vadertje; (spr.) hij {het) heeft, is een aardje naar zijn vaartje, het kind aardt naar zijn vader; 2. (ouderw.) ronde bout met schroefdraad, passend in een moer met inwendige draad.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vaartje

vaartje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vaar

2025-07-15
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Vaartje

iemand een - flikken Bargoense uitdr. (oorspr. en vooral gebruikt in Rotter-dam) voor ‘iemand bedriegen’. Vaart heeft in het Bargoens meerdere bet., o.a. ‘avontuur; iets dat geheim moet blijven, dat niet in de haak is; praatje; ding, zaak’.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vaartje

o. vaartjes (vadertje): zegsw. hij heeft een aardje naar zijn vaartje, de jongen lijkt in 't goede, inz. in 't slechte, op zijn vader.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vaartje

o. (-s) vklw. van vaar (II).

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vaartje

o. (-s), vadertje; (spr.) hij heeft een aardje naar zijn vaartje, hij heeft de (m.n. slechte) eigenschappen van zijn vader.