twist
(zelfstandig naamwoord) [alg.] draai, omslag, wending - Dan neemt het verhaal een onverwachte wending. [alg.] vleug(je), snufje
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] draai, omslag, wending - Dan neemt het verhaal een onverwachte wending. [alg.] vleug(je), snufje
Wiktionary (2019)
twist - Zelfstandignaamwoord 1. een langdurig geschil ♢ Hopelijk kan die twist nu eindelijk bijgelegd worden. 2. een dans uit de jaren 1960 twist - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van twisten 2. gebiedenwijs van twisten
Muiswerk Educatief (2017)
twist - zelfstandig naamwoord 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ de twist tussen die families duurt al jaren 2. snelle, vrije dans uit de zestiger jaren van de vorige eeuw ♢ op dansles leerden we ook de t...
Marc de Coster (2007)
Twist - in het circusjargon een combinatie van een pirouette en een salto. Bij vliegende-trapeze-en springplanknummers.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
De twist is een dans (1) uit de jaren zestig van de 20e eeuw, kenmerkend door draaiende bewegingen (zie beweging (4)) van benen en heupen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: