Wat is de betekenis van twist?

2024-03-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

twist

(zelfstandig naamwoord) [alg.] draai, omslag, wending - Dan neemt het verhaal een onverwachte wending. [alg.] vleug(je), snufje

2024-03-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

twist

twist - Zelfstandignaamwoord 1. een langdurig geschil Hopelijk kan die twist nu eindelijk bijgelegd worden. 2. een dans uit de jaren 1960 twist - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van twisten 2. gebiedenwijs van twisten

2024-03-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

twist

twist - zelfstandig naamwoord 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ de twist tussen die families duurt al jaren 2. snelle, vrije dans uit de zestiger jaren van de vorige eeuw ♢ op dansles leerden we ook de t...

2024-03-19
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Twist

Twist - in het circusjargon een combinatie van een pirouette en een salto. Bij vliegende-trapeze-en springplanknummers.

2024-03-19
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

twist

De twist is een dans (1) uit de jaren zestig van de 20e eeuw, kenmerkend door draaiende bewegingen (zie beweging (4)) van benen en heupen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Twist

onenigheid; dans; alcoholische eierdrank