Trouwkleed
o. (...kl(ed)eren).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
trouwjurk. jurk, traditioneel een lange witte jurk, versierd met borduursel of kant, die de bruid draagt tijdens de bruiloft; trouwjurk; bruidsjurk. Voorbeelden: Op zijn ouderwetse ledikant drapeerde Hybert een aantal kleden: een trouwkleed, een soutane, een djallaba en een schort van een chirurg. De Standaard, 1997 Ook presi...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
bruidsjurk De bruidegom met de barones; en, ten laatste, nobele slanke verschijning, als van een pracht-beeld, als van een levend en bewegend Lievevrouwbeeld, gemaagdekroond, het donker haar en de donkere ogen zacht getemperd door de lange witte sluier over heel haar sierlijke gestalte in het lang-slepend witsatijnen trouwkleed, de ideaa...
Peter Bakema (2003)
(het, -kleden) trouwjurk, bruidsjapon. Overal witte kaarsen en portretten van Judy: in haar trouwkleed, met haar boezemvriendin Emerita, met haar echtgenoot. - DS, 04-09-2002.
Walter De Clerck (1981)
Trouwjapon, trouwjurk; bruidsjapon. Te koop: prachtig wit trouwkleed, Gazet v. Antw. 23/4/1977. Ook o.a.: Westkust 26/8/1976, p. 9. Gentenaar 22/5/1977. Boom 17/6/1977. Reklamegids 1/6/1978. Opm.: In de standaardt. wel in ’t mv. in toep. op de trouwkleding (in ’t alg.).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: