Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

trouwkleed

betekenis & definitie

trouwjurk.

jurk, traditioneel een lange witte jurk, versierd met borduursel of kant, die de bruid draagt tijdens de bruiloft; trouwjurk; bruidsjurk.

Voorbeelden:
Op zijn ouderwetse ledikant drapeerde Hybert een aantal kleden: een trouwkleed, een soutane, een djallaba en een schort van een chirurg.
De Standaard, 1997

Ook president Kennedy's golfclubs, Jacquelines trouwkleed (van haar huwelijk met Kennedy) en haar BMW Sedan uit 1992 komen nog aan de beurt.
De Standaard, 1996

Voor het eerst merk ik het buikje van mijn moeder op deze foto op, zo goed als mogelijk onder het tierlantijnerige van een trouwkleed gecamoufleerd.
Dimitri Verhulst, Gescheten; Het condominium, 1995-1997

< >