troost (opbeuren)
(tro:st) m. 1. Eig. het troosten : iemand toespreken; ergens in zoeken, in vinden. ➝ kop. 2. Metn. troostende woorden, hulp, bijstand : bij iemand zoeken.
Jozef Verschueren (1930)
(tro:st) m. 1. Eig. het troosten : iemand toespreken; ergens in zoeken, in vinden. ➝ kop. 2. Metn. troostende woorden, hulp, bijstand : bij iemand zoeken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: