Wat is de betekenis van triomferen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

triomferen

triomferen - Werkwoord 1. (inerg) de overwinning (triomf) behalen of behaald hebben, zegevieren Er werd die dag getriomfeerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse triompher (met het achtervoegsel -eren)

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

triomferen

triomferen - regelmatig werkwoord uitspraak: tri-om-fe-ren 1. een overwinning behalen ♢ ze triomfeerden over hun tegenstanders Regelmatig werkwoord: tri-om-fe-ren ik triomfeer jij/u trio...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Triomferen

zegevieren

2024-04-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

triomferen

triomferen - copuleren; eig. ‘de overwinning vieren’; vervolgens ‘feestvieren; pretmaken’ (vgl. vreugde en rage). Adieu, mijn dubbel vel!'(= slet, H.) doen ie met haer triumpheerde en vraechde ic niewers na. Si paeiter so vele met haren valschen monde, Antw. Liedb. (ed. vox FALLERSLEBEN) 47 [1544].

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Triomferen

zegepralen

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Triomferen

(triomfeerde, heeft getriomfeerd), (<Fr.), 1. een zegepralende intocht houden; 2. zegevieren, zegepralen: over zijn vijanden, hartstochten triomferen; 3. zich gedragen als iem. die een overwinning behaald heeft.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

triomferen

getriomfeerd; (Fr.-Lat. triumphare): zegepralen, zegevieren, een triomftocht houden: over zijn vijanden triomferen.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

triomferen

('fe:rɘn) (triomfeerde, heeft getriomfeerd) 1. zegepralen, zegevieren : over zijn vijanden, zijn hartstochten -. 2. een triomftocht houden.