Tot een aanfluiting worden, resp. maken
tot een voorwerp van bespotting, van hoon. Bijbelse uitdrukking; zie Jerem. 19:8; 25:9; 51:37. Aanfluiten in deze zin is een hebraïsme (b.v. Zeph. 2:15 „Een ieder die daar doortrekt, zal ze aanfluiten”).
F. Stoett (1977)
tot een voorwerp van bespotting, van hoon. Bijbelse uitdrukking; zie Jerem. 19:8; 25:9; 51:37. Aanfluiten in deze zin is een hebraïsme (b.v. Zeph. 2:15 „Een ieder die daar doortrekt, zal ze aanfluiten”).
F.A. Stoett
tot een voorwerp van bespotting, van hoon. Bijbelse uitdrukking; zie Jerem. 19:8; 25:9; 51:37. Aanfluiten in deze zin is een hebraïsme (b.v. Zeph. 2:15 „Een ieder die daar doortrekt, zal ze aanfluiten”).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: