Wat is de betekenis van toost?

heildronk. het toedrinken van iemand of iets, waarbij men veelal een korte heilwens uitspreekt; heildronk. Vaak meer met de gedachte aan de begeleidende woorden dan aan de dronk. Voorbeelden: 'Ga je?' vroeg Zbigniev na de twintigste toost op god mag weten wiens gezondheid nog. Margherita Pasquini, De eerste dag, 1...

toost - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van toosten 2. gebiedenwijs van toosten

toost - zelfstandig naamwoord 1. gelukwens waarbij je het glas heft ♢ we brachten een toost uit op het bruidspaar Zelfstandig naamwoord: toost de toost

Plakjes of sneetjes geroosterd brood. Wordt ook aangeduid met de benaming ‘toast’.

(toast) sneetje geroosterd brood; heildronk

1. geroosterd brood; 2. heildronk.

s., toast.

toast (Eng.), m. (-en), 1. heildronk: een toost instellen; ook de daarbij gesproken woorden: (gemeenz.) een toost slaan; 2. zie Toast.

m. heildronk; zie toast.