heildronk.
het toedrinken van iemand of iets, waarbij men veelal een korte heilwens uitspreekt; heildronk.
Vaak meer met de gedachte aan de begeleidende woorden dan aan de dronk.
Voorbeelden:
'Ga je?' vroeg Zbigniev na de twintigste toost op god mag weten wiens gezondheid nog.
Margherita Pasquini, De eerste dag, 1999
'Op den oorlog, Frans, want oorlog is een zegening. En het kapitalisme heeft toch zijn goeden kant, is 't waar of niet?' Met deze opmerkelijke toost eindigt Elsschot zijn novelle over het tankschip 'Guadeloupe' uit 1941. Opmerkelijk, want in dat jaar hield de oorlog inmiddels de gehele wereld in de ban, en het kapitalisme had zich nu niet bepaald van zijn beste kant laten zien.
www.weg.be/pdf/ads8.pdf
