tikker
...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. (Barg.) horloge; 2. (gew.) arreslee; 3. boorkever, doodsklopper (Anobium striatum): de tikker horen; 4. geweten: het tikkertje van binnen; 5. iem. die met de machine schrijft of zet.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
1) (19e eeuw) (inf.) hart. 'Hij heeft het aan zijn tikker.' Soms ook: geweten. Syn.: rikketik*. Vgl. Engels slang: 'ticker'. • Bout zei: ‘laten we hopen dat z'n ziel de goeie weg is ingeslagen, nu zijn tikkertje gestaakt heeft.' (Jan de Hartog: Hollands Glorie. 1940) • Maar het lichaam, Thea, het tikkertje, daar maak ik me bezorgd...
Wiktionary (2019)
tikker - Zelfstandignaamwoord 1. de persoon die hem is bij het spel 'tikkertje' ♢ Heel ver in Zuid-Amerika leefde eens een reus. Hij heette Maakietoescha. Maar Maakietoescha was niet zo blij als de andere gewone mensen, want die waren natuurlijk bang voor de reus Maakietoescha. Hij (Maakietoescha dus) wilde s...
Jacon Kramers Jz (1948)
m. telegraaftoestel, dat in verbinding staat met andere toestellen, welke op verschillende plaatsen zijn opgesteld en waar de telegrammen onmiddellljk in gewone letters o. e. papieren band (tape) worden afgedrukt.
Jozef Verschueren (1930)
('tikkər) m. (-s) persoon of zaak die tikt nl. 1. persoon die tikt. 2. toestel waardoor beursnoteringen of handelsberichten telegrafisch op papierstroken worden getikt.
J.H. van Dale (1898)
Tikker - m. (-s), die tikt; — (gew.) arreslee. TIKSTER, v. (-s). TIKKERTJE, o. (-s), boorkever; (fig.) het geweten : het tikkertje van binnen; — een klein tikkertje nemen, een glaasje sterken drank.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: