ticket (tiket)
Toegangsbewijs, toegangskaartje; entreekaartje, plaatsbewijs enz. (voor toneelvoorstellingen, sportwedstrijden enz.); m. betr. t. het openbaar vervoer: kaartje; m. betr. t. een kaartje dat recht geeft op een consumptie, een maaltijd enz.: bon. Elke week 3 winnaars. 3 gratis tickets. ... Deze tickets geven gratis toegang voor 3 personen tot é...