Tet
Zie Diede
Wiktionary (2019)
tet - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) negende letter van het alfabet 2. (Jiddisch-Hebreeuws) getal negen tet - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) (Vlaanderen) borst, tiet Woordherkomst (f): Hebreeuws: טי״ת|טֵי״ת (tet) (m) / (f): herkomst: Indo-Europees, precieze oorspr...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
tiet, borst (informeel) ‘Dus geen boeken zoals allez, ik zeg maar iets: Godfried Bomans?' ‘Bomans?’ ‘Ja, of Geeraerts. Over negerinnen met dikke tetten.’ (Eriek Verpale, Gitta) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 2
J. van Donselaar (1936)
(de, -ten), klein beetje; snufje (zout, suiker e.d.). Evi bij achtervenster, opende 't 'n tet, kijk hoe olielamplicht opflikflakkert... (Cairo 1980c: 530). - Etym.: Vgl. E touch = o.m. id.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Rivier in Zuid-Frankrijk (42°44'N., 3°4'0.). De T. ontspringt in het Oosten der Pyreneeën, doorloopt de vlakte van Roussillon en valt bij Perpignan in de Middell. Zee. De rivier is niet bevaarbaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: