Wat is de betekenis van tetraëder?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tetraëder

tetraëder - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) een door vier gelijkzijdige driehoeken ingesloten lichaam Op die pagina's stonden verschillende tetraëders afgebeeld. Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'hedra' (zetel, vlak) met het voorvoegsel tetra- Verwante begrippen vi...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tetraëder

[v. Gr. tetra- = vier-, en hedra = zetel, (zit) vlak] 1 (eig.) regelmatig viervlak, begrensd door vier gelijkzijdige driehoeken; 2 (in ruimere zin) elk willekeurig viervlak.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tetraëder

regelmatig viervlak

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tetraëder

lichaam begrensd door vier gelijkzijdige driehoeken.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tetraëder

(reëlmatige) viervlak.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tetraëder

o., lichaam, besloten door 4 gelijkzijdige driehoeken

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tétraeder

tetraëder, regelmatig viervlak.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tetraëder

(<Fr.<G-r.), m. (-s), 1. (wisk.) regelmatig viervlak, lichaam door vier gelijkzijdige driehoeken ingesloten ; 2. (geol.) driezijdige pyramide die in het regulaire kristalstelsel als kristalvorm optreedt.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tetraëder

viervlak (meetk.), driezijdige pyramide. Heeft 4 driehoeken tot zijvlakken, 4 hoekpunten en 6 ribben.