Wat is de betekenis van tapioca?

...

v., 1. gekorreld zetmeel uit de wortels van Manihot utilissima, door uitpersen, wassen, drogen en roosten verkregen; de grovere soort noemt men cassave. 2. spijs, pap van de genoemde stof.

tapioca - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (voeding) Manihot esculenta meel uit de wortelknollen van de cassave Verwante begrippen brood van manioc, cassave, manioc, maniok, maniokmeel, tapiocameel, yuca, cassavemeel, maniokvlok

[Portugees, van Tupi-woord tipioca = cassavesap, van tipi = bezinksel, overblijfsel, en ok = uitpersen] cassavemeel, meel uit de wortel van de maniokboom: Manihot utilissima. Tapioca wordt uitgebreid toegepast, o.a. in de levensmiddelen- en textielindustrie.

zetmeelkorrels van de cassave

cassavemeel, zetmeelsoort, bereid uit wortelknollen van de cassave (ook maniok genoemd), een plantesoort uit de familie Euphorbiaceae.

(de), tapioca in de vorm van korrels. Door de gomma op een hete plaat te strooien en voortdurend te roeren, krijgt men ‘tapioca’ (Enc.Sur. 114). - Etym.: Ook AN, maar daar ook ‘tapioca in de vorm van meel’ (SN gomma).

korrelig meel uit de wortels van de maniokboom, cassavemeel.

is grofkorrelig meel uit de wortels van cassave (z. Cassavemeel). Onder t. worden soms ook alleen verstaan de z.g. gebakken producten, nl. flake, pearl en siftings. Flake (vlokken) worden verkregen door 1e kwaliteit meel in vochtige toestand in ijzeren pannen te verhitten, totdat het aanbakt aan de wanden. Door losspatelen en omscheppen wordt gezor...