tank: de - is leeg
Uitgeput zijn; aan het eind van zijn krachten zijn. Syn.: de batterijen zijn leeg. Anderzijds kun je zeggen dat ‘de tank weer helemaal gevuld is’: men heeft energie teruggekregen. In de Ardennen kwam ik kapot over de streep en verdiende ik - vooral in het begin - geen platte franc. Als ik thuis kwam was mijn tank leeg, kortom de kassa rinkelde niet...