Wat is de betekenis van Stollen, stollen?

2025-07-15
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Stollen, stollen

1. stollen: doen stollen; stollen. 2. Stollen: voetstuk, stijl; horizontale mijngang; deel v. e. strofe; kerstbrood; kalkoentje (onder hoefijzer); pal (v. geweer).