Wat is de betekenis van stereo?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stereo

stereo - Zelfstandignaamwoord 1. (elektronica) stereofonie 2. (elektronica) stereo-installatie 3. (wiskunde) stereometrie stereo - Bijvoeglijk naamwoord 1. (elektronica) (van geluid) over twee sporen of kanalen. Het geluid was stereo en van goede kwaliteit. Woordherkomst...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stereo

stereo - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ste-rie-o 1. geluid dat over twee sporen is opgenomen ♢ de meeste plaatopnamen zijn stereo 1. installatie waarop stereogeluid kan worden afgespeeld ♢ h...

2024-04-28
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

stereo

1. van muziek of ander geluid: opgenomen en weergegeven langs twee kanalen zodat een ruimtelijk effect ontstaat. - stereofonisch. 2. zie: Stereofonie.

2024-04-28
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Stereo

stereofonie: ruimtelijke registratie en weergave van geluid.

2024-04-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Stereo

1. Gr. voorvoegsel dat op ontlasting slaat. Stereobiline is de bruine kleurstof van de faeces (een ontledingsproduct van galkleurstof), vgl. urobiline. 2.Stere(o)-, Gr. voorvoegsel dat op ruimtelijkheid slaat.

2024-04-28
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEREO

van Gr. stereos, vast, massief. Als eerste lid in een aantal internationale wetenschappelijke en technische termen waarin het meestal de bet. heeft van ruimtelijk, ruimte.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stereo

v. Gr. stereos = vast, hard.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stereo

('ste:reo) [Gr. stereos] hard, vast...