Wat is de betekenis van spruitkool?

v., verscheidenheid van kool waarvan de spruitjes gegeten worden.

spruitkool - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) (groente) koolsoort waarvan de gekookte okselknoppen als "spruitjes" gegeten worden. ♢ Kool hadden ze volop gehad, witte kool en rooiekool en savoyekool en boerenkool en spruitkool. Woordherkomst samenstell...

soort groente bestaande uit klein kroppies aan ‘n stronk.

Brassica oleracea L. var. gemmifera, is een koolsoort die een zeer lange stengel vormt. Over de gehele lengte van deze stengel ontstaan, in de oksels van de bladeren, kleine zijscheutjes waarvan de blaadjes zich als een klein kooltje sluiten (de z.g. spruitjes). Deze spruitjes worden als groente gebruikt. De teelt vindt uitsluitend in de volle gron...

s., sprútkoal.

spruitjes, Brusselse kooltjes, koolsoort die kleine kropjes vormt in de oksels der stengelbladeren. Wintergroente. Wordt in Nederl. vrij veel verbouwd.

Spruitkool is een groente evenals de gewone sluitkool, bestaande uit kleine tot een kropje ineengegroeide bladeren (Brassica oleracea gemnifera). Samenstelling: eiwit 2,4%; koolhydraten 1,7%; ruwvezel 4,8%; water 91%. Van de koolhydraten is 0,4% rietsuiker, 0,6% zetmeel en 0,7% andere suikers. Spruitkool wordt ook wel ingemaakt. Samenstelling: eiw...

v. -kolen; spruitjeskool.

koolsoort met langen stengel, waaraan talrijke dichte spruiten.