Wat is de betekenis van spreuk?

spreuk - Zelfstandignaamwoord 1. een korte kernachtige uitspraak ♢ Zijn spreuken genieten grote bekendheid. Verwante begrippen aforisme, grondregel

spreuk - zelfstandig naamwoord 1. vaste zin waarin een bepaalde wijsheid wordt uitgedrukt ♢ de Bijbel staat vol met spreuken Zelfstandig naamwoord: spreuk de spreuk de spreuken ...

leerryke gesegde, uitdrukking met ‘n sedeles.

s., spreuk(e), sizke (it).

...

v. (-en), 1. (Zuidn.) gezegde: een grove spreuk. 2. kernachtige uitspraak die een stelregel of een vermaning inhoudt; zin met een zedelijke of godsdienstige strekking: een spreuk uit de Bijbel; de spreuken van Jezus Sirach; de Spreuken van Salomo, verzameling der kernspreuken van koning Salomo, naam van een der boeken v...

v. -en; zinrijk gezegde, vooral op zedenkundig gebied: de Spreuken van Salomo.

v. (-en; -je) [< spreken] kort, puntig gezegde, zinrijk van inhoud en vernuftig van vorm : „rust roest” is een -.

Kan van het spreekwoord gezegd worden dat het als uit het leven opkomt, een spreuk wordt aan het leven ontleend. Zij is een bondige volzin, een kort gezegde van leerzame strekking. Ligt het spreekwoord op meer algemeen terrein, een spreuk heeft meer zedekundige beteekenis.In de Heilige Schrift vinden wij in bizonderen zin van Spreuken melding gemaa...