Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPREUK

betekenis & definitie

v. (-en),

1. (Zuidn.) gezegde: een grove spreuk.

2. kernachtige uitspraak die een stelregel of een vermaning inhoudt; zin met een zedelijke of godsdienstige strekking: een spreuk uit de Bijbel; de spreuken van Jezus Sirach; de Spreuken van Salomo, verzameling der kernspreuken van koning Salomo, naam van een der boeken van het O. T.

3. bordje of kartonnetje met een tekst er op: er hingen spreuken aan de muur;
4. (thans w. g., gew.) spreekwoordelijke zegswijze, spreekwoord.