Wat is de betekenis van SPREEUWEN?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spreeuwen

spreeuwen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spreeuw

2025-07-16
Encyclopedie van het dierenrijk

W.Eigener (1970)

Spreeuwen

Familie: Sturnidae Spreeuwen Onderfamilies: Sturninae Echte spreeuwen (Acridotheres, Aplonis, Creatophora, Gracula, Gracupia, Lamprospreo, Lamprotornis, Mino, Pastor, Spreo, Sturnia, Sturnus), Buphaginae Ossepikkers (Buphagus) Spreeuwen zijn middelgrote vogels met een krachtige snavel en lange looppoten. Ze lopen veel op de grond rond, waar ze ook...

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Spreeuwen

vogels, behoorende t/d insectenetende zangvogels. iets grooter dan een musch en daarop gelijkend, over geheel N.-Europa en N.Azio verbreid Komt in Ned. hoofdzakelijk als zomervogel voor, ofschoon er soorten zijn, die den winter overblijven. In de boomgaarden richten de s. dikwijls schade aan hoewel zij ook weer zeer nuttig zijn d/h verdelgen v. sch...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spreeuwen

(’spre:wən) (spreeuwde, heeft gespreeuwd) schertsen, spotten.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spreeuwen

v./m. (mv.), Sturnidae, een vogelfamilie, behorend tot de orde zangvogels, 111 soorten (in de Oude Wereld) omvattend. (e) De familie spreeuwen is vooral goed vertegenwoordigd in Zuiden Zuidoost-Azië. Men onderscheidt twee onderfamilies: de ‘echte’ spreeuwen (Sturninae; met 109 soorten; →beo, →glansspreeuw, →lelspreeu...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPREEUWEN

SPREEUWEN - (spreeuwde, heeft gespreeuwd), spotten, schertsen.