vogels, behoorende t/d insectenetende zangvogels. iets grooter dan een musch en daarop gelijkend, over geheel N.-Europa en N.Azio verbreid Komt in Ned. hoofdzakelijk als zomervogel voor, ofschoon er soorten zijn, die den winter overblijven.
In de boomgaarden richten de s. dikwijls schade aan hoewel zij ook weer zeer nuttig zijn d/h verdelgen v. schadelijke insecten.