Wat is de betekenis van snothork, snotjork, snotpork, snotwork?

2025-07-16
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

snothork, snotjork, snotpork, snotwork

kwajongen; bengel; snotaap; dom ventje. Gebruikt als koosnaam of als schimpnaam. Gevonden op internet: jij baarmoedergeslingerde afgelikte snotpork! Niet vermeld in het WNT, al werd snotwork volgens informanten al in de jaren dertig gebruikt. WNT en Van Dale vermelden wel pork als gewestelijk woord (uit het oosten van het land) voor een kind dat te...