smakker
1) (1918) (inf.) stevige zoen. Ook wel smakkerd. Vgl. Engels slang: 'smacker(oo), smackeroony'. • Die zei in de donkere gang in eens tegen me. Ben je daar fijne toereloer? Geef me een smakkertje. 'k Zeg top en ik gaf haar een zoentje, zoo'n buitenmodelletje, zoo'n zoentje bien soigné, met sauce ravigotte erbij. (Louis Davids: Potv...