smakkerd
kus. kus; zoen. Voorbeelden: Voor mij stapt Hendrik, hij schalt, opgepast een diepe plas! En vlak daarna 't geplons van Korneel, zie je wel, mor ik, waarom koos je nou precies dit paadje uit? Er zijn overal plassen lacht Hendrik, en om het goed te maken, een smakkerd in m'n nek, en arm in arm tevreden verder, zo erg nat is...