Wat is de betekenis van slungel?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

slungel

lange, smalle jongeman. mannelijk persoon van jonge leeftijd met een onevenredig grote lengte en smalle lichaamsbouw; lange, smalle jongeman. Vaak met de bijgedachte dat zo iemand onhandig beweegt of met slingerende bewegingen loopt. Voorbeelden: Op zijn twaalfde lijkt hij wel zestien. Zijn lengte veroorzaakt op de technische...

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

slungel

(meestal voorafgegaan door lange) lange, magere man (die met slingerende bewegingen loopt) en een onbenullig voorkomen heeft. ‘Daar staat die lange slungel al, aan ’t einde van de laan,’ zeide Bouke zachtjens... (Jacob van Lennep, De pleegzoon, 1833) ... die slungel van een Karel. (Louis Couperus, De boeken der kleine zielen, 190...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slungel

lang, maer mens; lomperd; geslungel, waggel.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slungel

s., slongel, slompe, sloarm, slinter, slinger(aep), slingerbile, -bokse, slop-en-taei, loete, leipert, slemiel, slemier.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUNGEL

m. (-s), 1. lange, magere persoon; 2. iem. die lang en onbehouwen, onbenullig of brutaal is: opgeschoten slungels.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slungel

m. slungels (opgeschoten jongmens).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slungel

('slunnəl) m. f-s) lange, magere persoon: opgeschoten -s.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)