Slag hebben van iets
bedreven, behendig zijn in iets; het gemakkelijk kunnen doen; ook de slag van iets beethebben. Slag betekent hier de bijzondere manier van doen, de wijze van aanpakken en handelen die nodig is om iets goed te verrichten. Sinds begin 17de e. bekend (Hooft). Synoniem is het vroegere een greep in iets hebben, waarnaast ook voorkwam de greep weghebben...