sjiek
(1979) (Maastricht, jeugd) geweldig, leuk, gaaf*. • Sjiek: Maastrichtse uitdrukking voor gaaf. (NRC Handelsblad, 10/03/1979, over jeugdtaal)
Marc De Coster (2020-2025)
(1979) (Maastricht, jeugd) geweldig, leuk, gaaf*. • Sjiek: Maastrichtse uitdrukking voor gaaf. (NRC Handelsblad, 10/03/1979, over jeugdtaal)
Wiktionary (2019)
sjiek - Zelfstandignaamwoord 1. pruim, tabakspruim sjiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. verouderde spelling of vorm van chic van vóór 1996
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
kauwgom De beroepscipiers die hun leven slijten in hun onvruchtbaar en eentonig ambt, nemen het kalmer en gemoedelijker op, een paar kerels uitgezonderd. Eén ervan staat in het center op een sjiek te kauwen die een vochtige klank brengt in zijn gebrul. (Filip de Pillecyn, Face au mur) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 5 V...
Peter Bakema (2003)
(de, -en) kauwgom, tabakspruim. Ik vond het niet erg toen we met het café stopten. Iedereen spuwde zijn (tabak)-sjieken toch maar op de grond en ik moest dat opkuisen. - HN, 27-07-2002.
Jozef Verschueren (1930)
1 (sji:k) A. bn. en bw. (-er, -st) [Fr. chic < Sp. klein, fijn] 1. Eig. modieus verfijnd, elegant, zwierig : een -e jas; een heertje; gekleed. 2. Metn. aanzienlijk, deftig : -e lui, kennissen; een huwelijk. B. v. (-en) I. Eig. het sjiek zijn : hij heeft de te pakken; slaan, alles in het werk stellen om in het bezit van sjiek te schijnen, pat...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: