Wat is de betekenis van Sjappietouwer?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

sjappietouwer

(1721) (Barg.) oorspr. matroos; Oost-Indiëvaarder; vandaar: onbeschaafd, ruw persoon; iemand die er verlopen uitziet; een baliekluiver*. Volgens Van Dale van het Mal. ‘siapa tahu’ (wie weet het, een veel gebezigde formulering als men het antwoord niet weet). Vaak verkort tot sjap of sjappie. Al kunnen deze woorden ook een verbaster...

2024-04-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

sjappietouwer

ruwe klant, iemand zonder manieren of beschaving In 1721 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst, voor ‘Oost-Indiëvaarder’. Vervolgens vanaf het eind van de 19de eeuw aangetroffen voor ‘iemand zonder manieren of beschaving; iemand die niet veel deugt; iemand die er verloopen of schunnig uitziet’, aldus het Woordenboek der Nederlandsc...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sjappietouwer

zie sjappie

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

sjappietouwer

m. gemene kerel, wie niets wat „bommen” kan, vermoedelijk v. d. eertijds Oostgangers i. d. mond bestorven liggende Mal. uitdrukking; slapa tau, wie weet er wat van?

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sjappietouwer

m. (-s) → sjappetouwer.

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Sjappietouwer

Ook genoemd een sjap of een sjappie, is een losbol, lichtmis, gemeene kerel, slampamper. Het woord komt in het begin der 18 eeuw bij ons voor in den vorm sappatouwer, sabbetouwer, sjappetau, sapitau en sappetau als naam van een matroos van de groote vaart, van de O.-I. vloot; het is, volgens eene gissing van Dr. A. Beets...

2024-04-29
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Sjappietouwer

sjappie, sjap, voor: gemeene kerel, vuile vent, slampamper; in de 18e eeuw in vormen ook zonder er, ook, en dit het oudst, sappetauscaarder e.a. met de bet. van Oostindievaarder, zeerob; verklaard als iemand, in wiens mond bestorven liggen de Maleische woorden Siapa taoe (of tam) ? = wie weet het ? of wat kan ’t mij schelen (zie Ts. 1 7, 194)...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)