Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Sjappietouwer

betekenis & definitie

sjappie, sjap, voor: gemeene kerel, vuile vent, slampamper; in de 18e eeuw in vormen ook zonder er, ook, en dit het oudst, sappetauscaarder e.a. met de bet. van Oostindievaarder, zeerob; verklaard als iemand, in wiens mond bestorven liggen de Maleische woorden Siapa taoe (of tam) ? = wie weet het ? of wat kan ’t mij schelen (zie Ts. 1 7, 194). Verg. voor de vorming een woord als Het-geeft-toch-geen-bliksemers (Notenkraker VII, 8 Mrt.) en voor de bet.: een Jan Goddome.

Indien het niet vreemd leek, dat men het woord niet vroeger, b.v. in reisverhalen, vermeld vindt, zou men er anders in kunnen zien een ouden naam van het eiland Java Jabadiu (op de kaart van Peutinger) waardoor de samenstelling met vaarder verklaard was, die anders als uit verkeerd begrijpen en analogie ontstaan moet gedacht worden.