Wat is de betekenis van simpliciter?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Simpliciter

(Lat.), eenvoudig, zonder toevoeging, zonder meer.

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Simpliciter

[Lat] eenvoudig, zo maar; niet beperkt tot bep. opzicht (vgl. secundum quid).

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Simpliciter

eenvoudigweg

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Simpliciter

eenvoudig

2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Simplĭcĭtĕr

adv. eenvoudig, overdr., kort en bondig, enkel, louter, sententiam referre, Cic., ludere eum, Liv.; eenvoudig = op en voor zich zelf, .tegenover coniuncte, Cic., en comparate, Cic.; kunsteloos, zonder omhaal, frondes s. positae, Ov., s. loqui, Cic. | in ‘t bijz., eenvoudig, eerlijk, onomwonden, s....

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

simpliciter

(Lat.) eenvoudig, op eenvoudige wijze.

2025-07-17
gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Simpliciter

Eenvoudig. Zie: Non sine laude.

2025-07-17
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

SIMPLICITER

1. Enkclvoudigerwijze. 2. Eenvoudigweg en in zuiveren zin, QUAADVLIET III, 18, zonder meer.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

simpliciter

bw. (Lat. eenvoudig; slechtweg, zonder meer).