Wat is de betekenis van Simons, david?

Kunstschilder, van ca. 1630 tot 1691 werkzaam in de stad Groningen. In 1654 was hij hoveling van het schildersgilde en in 1666 en 1675 olderman. Een vijftal portretten van hem is bewaard gebleven. Daarin betoont hij zich een kundig portrettist.

Nederlands criminalist (’s-Gravenhage 3 Nov. 1860 - Utrecht 3 Sept. 1930), vestigde zich in 1884 als advocaat te Amsterdam en trad vooral op als pleiter in strafzaken. In 1897 werd hij hoogleraar in strafrecht en strafvordering te Utrecht. Hij was o.a. lid van de in 1910 samengestelde staatscommissie tot herziening van het wetboek van strafvorderin...