Wat is de betekenis van SCHRIKKEN?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schrikken

schrikken - onregelmatig werkwoord uitspraak: schrik-ken 1. je bewegen doordat je plotseling bang wordt ♢ toen ik op het raam tikte schrok hij 1. wakker schrikken [plotseling wakker worden]...

2024-04-27
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Schrikken

Schrikken - een belegde tros of lijn schoksgewijs opvieren.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrikken

v., kjel wurde, skrikke, skrille, skrilje; laten —, kjel meitsje.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrikken

(schrikte, schrok, is en heeft geschrikt of geschrokken), I. onoverg., 1. met een ruk of schok van zijn plaats of uit zijn stand gaan, verspringen : een ketting waaraan een zwaar gewicht hangt, schrikt soms ; — (van een passer) met schokken open en dicht gaan ; — (van ijs) schoksgewijs breken ; 2. kalk laten schrikken, he...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrikken

schrikte (in bet. 3 ook: schrok), i. (3), h. (1, 2) geschrikt (in bet. 2 en 3 ook: geschrokken (1 doen schrikken; doen vrezen, bang maken; lit. t., gew. vero.; 2 een gespannen lopend touw [schoksgewijze] bijvieren; 3 door een plotseling angstgevoel getroffen worden [en daardoor een onwillekeurige beweging maken]; ontstellen; terugschrikken, terugde...

2024-04-27
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Schrikken

Plotseling afkoelen of verhitten. Witgloeiend ijzer schrikt men, om het te harden. Een gekookt ei laat men schrikken, om de schaal los te maken. Vleesch schrikt in de heete pan. Als men visch even wil laten koken, dan wordt ze geschrikt. Gloeiende slakken vergruizen, als men ze in koud water schrikt.Verder beteekent schrikken: verspringen. Een kett...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrikken

('schrikkən) I. (schrikte, heeft geschrikt) 1. doen schrikken : uw toorn schrikt mij zeer. 2. wat heet is, plotseling afkoelen : wit gloeiend ijzer in koud water -. II. (schrok, schrokken; is geschrokken) 1. door schrik bevangen worden ; hij schrok geweldig toen hij haar plotseling voor zich zag staan; van iets -; iemand doen, laten -; i...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schrikken

(schrikte schrok, is en heeft geschrikt of geschrokken), 1. plotseling afgekoeld worden: kalk laten het blussingsproces storen door toevoeging van water; ook in andere toepassingen waarbij een plotselinge toestandsverandering teweeg wordt gebracht: de spanstaven in betonwerk laten schrikken; 2. door schrik, door een plotseling angstgevoel bevangen...