schrikken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: schrik-ken
1. je bewegen doordat je plotseling bang wordt
♢ toen ik op het raam tikte schrok hij
1. wakker schrikken
[plotseling wakker worden]
2. ik schrok me dood
[ik schrok heel erg]
Algemene uitdrukkingen:
1. eieren laten schrikken
[ze na het koken in koud water leggen]
Onregelmatig werkwoord: schrik-ken
ik schrik
jij/u schrikt
hij/zij schrikt
wij/zij/jullie schrikken
ik/jij/u/hij/zij schrok
wij/zij/jullie schrokken
hij is geschrokken
de/het/een geschrokken ....
Synoniemen
verschieten, verschrikken
Gepubliceerd op 14-11-2017
schrikken
betekenis & definitie