Wat is de betekenis van Schmieren?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schmieren

(1936) (ton.) nonchalant, slordig, erg op effect, minderwaardig spelen. Ook: Opzettelijk de voorstelling verstoren door medespelers aan het lachen te maken. Wellicht ontleend aan het Rotwelsch, maar reeds in 1840 in het Berlijnse Jiddisch gebruikelijk. 'Schmiere' betekende: een groep rondtrekkende acteurs van laag allooi. Uit Jidd. semirah (gezang,...

2024-04-28
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

schmieren

UIT: De Abe Lenstra van het tv-interview (Jan Tromp, de Volkskrant, 17 november 2009) CONTEXT: Ad van Liempt, eindredacteur van De Oorlog, de nieuwe tv-serie over de Tweede Wereldoorlog: 'Rob is likeable. En dat voor iemand die absoluut niet SCHMIERT.' : sterk op effect spelen UITSPRAAK: [sjmie-ruhn] WOORDFEIT: Het werkwoord schmieren...

2024-04-28
Theater

Gedigitaliseerd Ensie (2015)

Schmieren

Schmieren verwijst naar het opzettelijk verstoren van de voorstelling door medespelers aan het lachen te maken.

2024-04-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

schmieren

(< Hd. schmieren, knoeien), zeer sterk op effect spelen, op de zaal spelen: Badeloch, ... dat was natuurlijk koningin Wilhelmina, die ... scheep moest gaan naar Marken dat uiteraard Engeland betekende ... Dat de acteurs hun publiek ... hielpen om de allegorie te vatten stemverheffing ... handgebaar was waarschijnlijk niet eens nodig geweest, maa...

2024-04-28
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Schmieren

Schmieren - overacting, nadrukkelijk acteren, het er te dik opleggen. Vgl. Fr. charger (les effets). Het woord schmieren is ontleend aan de Duitse taal waarin het o.a. betekent: slordig schrijven, slordig musiceren, slecht viool spelen en minderwaardig toneelspelen. Wellicht ontleend aan het Rot­ welsch, maar reeds in 1840 in het Berlijnse Jiddisc...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Schmieren

[Du.] (gebruikelijke toneelterm) minderwaardig toneelspelen.

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Schmieren

smeren; morsen; knoeien, slecht schrijven; kladden; einen schmieren, iem. omkopen, iem. de handen stoppen.

2024-04-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

Schmieren

(fD.). v. rondreizende troep toneelspelers van mindere rang.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schmieren

(heeft geschmierd), (toneel)spelen als bij de schmiere: grof of alleen op effect berekend.