schikken
schikken - regelmatig werkwoord uitspraak: schik-ken 1. je gedragen naar de omstandigheden ♢ ik schikte mij naar de omstandigheden 2. op een gunstig moment gebeuren ♢ schikt het u dat ik straks...
Muiswerk Educatief (2017)
schikken - regelmatig werkwoord uitspraak: schik-ken 1. je gedragen naar de omstandigheden ♢ ik schikte mij naar de omstandigheden 2. op een gunstig moment gebeuren ♢ schikt het u dat ik straks...
Peter Bakema (2003)
in België ook: van plan zijn. - wat schik je vandaag te doen?, wat denk je te doen vandaag? - ik ben geschikt om te werken, ik ben van plan om te werken.
Walter De Clerck (1981)
1. Van pers.: voornemens zijn, van plan zijn; - ook in de verb. geschikt zijn om -: hij was geschikt om naar de kermis te gaan. Hij (kwam) er niet toe zijn voornemen uit te voeren, namelijk onmiddellijk naar Postel af te reizen, waar hij den Zondag verder schikte door te brengen, VAN HEMELDONCK 1945, 103. Zij is trots op hem en tegelijk bek...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., skikke, foegje; (regelen), regelje, middelje, yn oarder, foarinoar bringe; — en plooien, hwat sémanskip brûke, roaije en ploaije, slingerje (en sjitte); het met iem. wat — en plooien, immen heine (en fange, en slaen); zich ergens in —, jin earne yn flije, jin earne by dellizze, d...
Van Dale Uitgevers (1950)
(schikte, heeft en is geschikt), I. overg., 1. (veroud.) beschikken : God schikt alles ten beste ; 2. maatregelen treffen opdat iets volgens zeker plan of zekere orde kan geschieden : kunt u het zo schikken dat ik Vrijdag kan komen? wij zullen het wel schikken, in orde brengen ; ik weet niet hoe ik het schikken, zal, regelen ; — (wederk.) (...
M. J. Koenen's (1937)
schikte (z.), h. (z.) geschikt (1 maatregelen nemen voor; in orde brengen; 2 een botsing of tegenstelling tot oplossing brengen, doordat ieder wat toegeeft; 3 in een regelmatige of passende stand brengen, ordenen; 4 refl. zich plaatsen op een regelmatige of doelmatige manier; 5 refl. in iets berusten; 6 gelegen komen; 7 tot een oplossing komen, afl...
Jozef Verschueren (1930)
(schikte, heeft geschikt) [Intens, van (ge)schieden] I. 1. een regeling ervoor nemen, in orde brengen: dat kan wel geschikt worden. 2. regelen doordat elke partij wat toegeeft: wij zullen de zaal onder ons in het minnelijke -. 3. ordenen: zij schikte de tulpen in een grote vaas; het haar, een kledingstuk, een doek -; het leger in slagorde -. 4....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: