Wat is de betekenis van Schepen?

...

I. SCHEPEN m. (-en), 1. (oudt.) stedelijk overheidspersoon, lid van het met bestuur en wetgeving, ten dele ook met rechtspraak belaste college ; — (spr.) de jongste schepen wijst het vonnis, de jongeren, de kinderen willen het altijd beter weten, hebben het hoogste woord; — 2. (Zuidn.) wethouder. II. SCHEPEN (scheepte, heeft en...

In en na de middeleeuwen lid van het stadsbestuur, speciaal belast met de rechtspraak, die overigens niet van het bestuur gescheiden was. Tijdens de Republiek kwamen in Fryslân alleen schepenen voor in Leeuwarden (zes) en Sneek (vier). Hun benoemingsprocedure en ambtsperiode waren gelijk aan die van de burgemeesters. Het systeem verdween met de omw...

(NL) wethouder Mijnheer de burgemeester en heren schepenen, of heren van de gemeenteraad, en alle aanwezigen, ik dank u allemaal omdat ge hier aanwezig zijt in de eerste plaats. (Willem Elsschot, Ik dank u allen zeer) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 4

(de, -en) <bnl.> lid van het dagelijks bestuur van een gemeente, wethouder <nl.> De vzw Soma is trouwens maar één van de vele tientallen vzw's die, meestal met een schepen als voorzitter, draaien in de stad, zowel in de culturele, onderwijs-, milieu-, personeels-, als vrijetijdssector. - DS, 20-03-2003.

[v. MLat. scabinus, van een Frankisch woord skapjan (vgl. ons scheppen), dat de bet. heeft van: de rechtsorde tussen twee partijen herstellen door een vonnis, orde scheppen, verordenen] 1 (gesch.) rechter of stadsbestuurder; 2 (Z.N.) wethouder.

stedelijk overheidspersoon (gesch.)

→ Ambacht, → Rechtspraak.

Door de gemeenteraad uit zijn midden gekozen lid van het dagelijks bestuur van een gemeente; in Nederl.: wethouder. Daarnaast ook de vr. vorm schep ene. Hij moet tegen elven op het stadhuis zijn; hij is schepen van onderwijs, hij hoopt nu natuurlijk burgemeester te worden, VAN AKEN 1965, 144. Je wordt vriendelijk uitgenodigd op het eerste bal van...