Wat is de betekenis van Scheer?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheer

I. (<Zwe.), v. (scheren), laag, rotsachtig eilandje of klip voor de kust van Zweden of Finland in de Oostzee. II. v. (scheren), (gew., Zuidn.) schaar.

2025-07-16
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Scheer

1. Beroepsnaam voor een scheerder, dat wil zeggen een baardscheerder (barbier), een lakenscheerder of een droogscheerder. 2. Evenals Van der Scheer een verwijzing naar een toponiem Scheer of Schaar. De 'Swerte Scheer' is een huisnaam in Nijmegen. De Grote en de Kleine Scheer duiden op een zandhoogte aan de Kleine Vecht bij Coevorden. In dit verband...

2025-07-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

scheer

de talrijke vlakke eilandjes en klippen voor de kust van Zweden en Finland noemt men scheren.

2025-07-16
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

scheer

Schaar (als knipwerktuig). Met de scherpe punt der scheer ripte zij bedaard het omslag open, STREUVELS 1962, 12. Marie, kom hier en zit wat neer ... Amai, ik zat juist op de scheer, GHYSEN 1962, 18. Sam.: scheresliep, scharensliep, scharenslijper.

2025-07-16
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

SCHEER

(Zweeds: skär) noemt men de klippen en rotseilandjes aan de kusten van Skandinavië en Finland, die zich tot wel 120 km in zee uitstrekken en het binnenlopen van schepen soms gevaarlijk maken. In de meeste gevallen zijn het glaciale bultrotsen of met bultrotsen overdekte eilanden.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheer

I. v. scheren (klein rotseiland aan de kust (van Scandinavië en Finland]), II. v. scheren (Z.-N. schaar, aalgeer).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheer

(sche:r) v. (scheren) [Zweeds] rotsachtig eilandje inz. vóór de Skandinavische en Finse kusten.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scheer

[Zwe. skär, klip], v./m. (scheren), een laag rotsachtig eilandje of klip voor de kust van Finland en Scandinavië. Scheren vormen voor een fjordenkust dikwijls een krans van eilandjes die op een vlak gedeelte liggen dat een voortzetting vormt van het vaste land. In de Oostzee zijn het boven het water uitstekende, door het landijs rondgesl...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scheer

Scheer - v. (scheren), bank die in twee ver uitstekende. punten, evenals eene geopende schaar, uitloopt; inz. naam der banken, klippen en kleine eilandjes aan de kusten der Oostzee bij Zweden en Finland, inz. voor Stockholm, die zich 16 á 17 mijlen ver in zee uitstrekken en het binnenloopen in de havens onveilig maken,