Wat is de betekenis van Sant?

(1914) (sold.) sergeant. Vgl. kappie*; luit*. • (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)

Sant - populaire benaming voor de sergeant.

- niemand is sant in eigen land/geen sant in eigen land, een profeet wordt in zijn eigen land niet geëerd, iemand die een buitengewone prestatie heeft geleverd wordt in zijn omgeving dikwijls niet erkend. Modeontwerper xxx is nog geen sant in eigen land, want zijn kleren worden niet eens in België verkocht. Hoogstwaarschijnlijk ee...

In het Middelnederlands stuiten wij op de eed bi allen santen ‘bij alle heiligen’ en op de variant bi allen heiligen. Zweren bij de heiligen kon gemakkelijk tot godslastering leiden. Overgeleverd is de eedformule by sancte. Ijdel gebruik maakte deze formules tot uitroepen van verbazing, ongeloof. Santen wordt...

[v. Lat. sanctus= heilig] heilige.

1. Heilige, vooral nog in de zegsw. niemand is sant in eigen land e.d., een profeet is in z’n eigen land niet geëerd. 2. Prentje waarop een heilige is afgebeeld, heiligenprentje; in ’t bijz.: bidprentje (ter nagedachtenis van een overledene). De witte muren hingen er vol santjes en heiligenprenten, rechtgelijnd zoals een kr...

(manlike) heilige.

m. (-en), heilige; (Zuidn.) niemand is sant in eigen land, geen sant verheven in eigen land, een profeet is in eigen land niet geëerd.

m. heilige.